Foto 37
In blinde drift
scheurt de stilte, bliksemend,
door de ijskorst.
In blinde drift
scheurt de stilte, bliksemend,
door de ijskorst.
Steeds weer schijnt de zon
in de inktzwarte krater
met enkel wat blauw.
Het bruine water
toont gezichten van zij die
hier nooit meer weggaan.
Orde is de vorm
waarop de schoonheid berust
van een mooi landschap.
De ochtendnevel
laat de draden van het web
glinsterend buigen.
Eén moment vangt het licht,
herschept het tot een beeld
vol geheimen.
Er zijn druppels
die mooier en stiller vallen
doorweekt van het verdriet.
In de kleine beek
is de lucht ook altijd blauw,
het water soms grijs.
Zo is de winter
een eindeloos ondergaan
van een flauwe zon.
Als regen uit de hemel
laat ze zich afglijden,
door geen licht geraakt.
Ik trap op het ijs:
het bliksemt
in het water.
Als dromen dwalen
over een koude vlakte
van zieke bomen.