Foto 27
Ik trap op het ijs:
het bliksemt
in het water.
Ik trap op het ijs:
het bliksemt
in het water.
Als dromen dwalen
over een koude vlakte
van zieke bomen.
Het grijze water
reikt tot de uitgestrekte
mistige hemel.
Het hart is zo vol.
Bij elke druppel
loopt het over.
Gekoer van een duif
doorbreekt de stilte
van een winters bos.
De winterzon schijnt
over een echo
van krakend ijs.
Bevroren schaduwen
herinneren aan
wat plots verdween.
In donker water
vormt zich een land dat ligt, stil,
buiten tijd en ruimte.
Een nacht vol tranen
veroorzaakt breekbare golven
bevroren tot op het bot.
Vormeloos maar compleet
ontstaat een wonderzee
en een tovereiland.
Uit een bodemloze diepte
stroomt traag een levensvuur
drijvend in stilte.
In een verlaten bos
volgt een geruisloze sneeuwmuur
de oude sporen.